Hoe komt die Romeinse kerk hier?

In Oudenbosch kwam een onwaarschijnlijke droom uit

In vrijwel elk Brabants dorp staat een middeleeuwse kerk. Vierkante toren, spits dak, kruis erop. Niet in Oudenbosch. Daar staat iets anders. De Sint-Pietersbasiliek uit Rome. Alleen wat kleiner. Hoe is dat gebouw hier in
hemelsnaam verrezen?

Niet de normale gang van zaken

Hij stond er ooit, die middeleeuwse kerk van Oudenbosch. Best een aardige ook, een beetje zoals je die in Wouw nog kunt vinden. Als je Oudenbosch bezoekt, kun je een kapel vinden opgebouwd met de stenen van de sloop. Waarom is de kerk afgebroken? Geen storm, geen brand – niks van dat alles.

De Agathakerk werd wat krap en het onderhoud was achterstallig. Er kwam een ambitieuze architect langs die een opknapbeurt afraadde. En er was een pastoor die dat als muziek in de oren klonk.

De droom van een Brabantse jongen

Een kerk zoals een basiliek in Rome. De Sint-Pietersbasiliek, om precies te zijn. Maar dan met de gevel van een andere Romeinse basiliek, de Sint Jan van Lateranen. Dat leek de toenmalige pastoor Willem Hellemons ideaal.

Deze droom kwam in hem op tijdens zijn studie in Rome. Natuurlijk was een jongen uit Roosendaal diep onder de indruk van de eeuwige stad. Hij doolde vaak door de Sint-pietersbasiliek. Keek vanuit zijn studeerkamer uit op de Sint Jan van Lateranen, waar hij later, op zijn 22e, tot priester werd gewijd.

Een basiliek komt niet uit de lucht vallen

Hij keerde als priester terug naar Brabant met die droom in het achterhoofd. Het jaar was 1834 en hij moest geduld opbrengen. Een Sint-Pietersbasiliek stamp je niet zomaar uit de grond. Zeker niet in een brabants dorp met amper 3000 inwoners. Ligt het in de aard van Halderberge dat puzzelstukjes hier vaak op miraculeuze wijze
samenvallen?

In 1865 ging de spade in de grond, in 1867 lag de eerste steen, in 1880 werd de nieuwe kerk casco opgeleverd. In 1892 stond de voorgevel en hingen de klokken van de oude Agathakerk er in. In 1912, het interieur nog verre van voltooid, verhief paus Pius X de kerk tot basilica minor.

Katholieken mochten zich weer laten zien

Toen Hellemons in Oudenbosch aan de slag ging, zat katholicisme in het verdomhoekje. Protestanten domineerden Nederland. Katholieken werden getolereerd, maar dat was het dan ook. Ze moesten er vooral niet mee te koop
lopen. Zelfs het luiden van de klokken was voor katholieken verboden.

Het zo belangrijke eerste puzzelstukje viel in 1853 met het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Katholieken mochten zich weer laten zien en horen. Na een tijd de adem te hebben ingehouden, voelden ze zich bevrijd en wilden ze hun geloofsovertuiging graag etaleren. Hoe kan dat beter dan met een nieuwe kerk?

Er werd goed verdiend in Oudenbosch

Dan het kapitaal. Trouwe steun – ook financiële – vond Hellemons bij de nieuwe burgemeester Van den Dries, telg uit een rijk geslacht, ambachtsheer van Middelharnis en ook nog eens getrouwd met een rijke weduwe, Anna Melort. Hij schonk een aardig startkapitaal.

Dat was een goed begin maar bij lange niet genoeg. Bouwpastoor Hellemons had een constante geldstroom nodig om zijn droom waar te maken. Het hielp enorm dat het de Oudebosschenaren voor de wind ging.

In de Franse tijd hadden boomkwekers goede zaken met Napoleon gedaan, die bomen nodig had voor zijn lanen om marcherende soldaten in de schaduw te houden. Ten tijde van de bouw van de basiliek profiteerden boer en arbeider van de bloeiende suikerindustrie.

Het was de katholieke gewoonte om gul te schenken en het geld stroomde rijkelijk naar de kerk. Hoe meer je gaf, hoe mooier je plekje in de hemel. Rosalia Scholten was een schoolvoorbeeld. Ze was rijk en spaarzaam, bovendien vrijgezel. Wat ze met haar stoffenwinkel verdiende en van haar vader erfde, ging linea recta naar de kerk.

Heeft ze nu een mooi plekje hierboven? Onder de koepel van de basiliek, op het baldakijn van het altaar, staan decoratieve roosjes die aan haar herinneren. Die ereplek heeft ze in elk geval.

Creatieve geesten zagen mogelijkheden

Hellemons kon vooruit met de financiering. Het was echter niet zo dat het geld over de balk kon worden gesmeten. Dat brengt ons bij het puzzelstukje creativiteit.

Voor het ontwerp van de nieuwe kerk van Oudenbosch tekende een bijzondere architect. Het was die ambitieuze jongeman die de oude gotische Agathakerk niet de moeite van het redden vond: ir. Pierre Cuypers. Later zou hij het gezicht van Amsterdam bepalen met het rijksmuseum en het centraal station. Even verderop in
Hoeven bouwde hij het indrukwekkende seminariegebouw Bovendonk.

De jonge Pierre Cuypers ging op studiereis naar Rome. Hij nam de bouwstijl in zich op en vertaalde die kundig naar een geraamte opgetrokken uit bouwmaterialen die in Brabant voorhanden waren: bakstenen, hout en gips.

Overigens was Pierre als jongeman al aardig eigenwijs. De koepel van de Sint-Pietersbasiliek vond hij eigenlijk maar matig gelukt. De H.H. Agatha en Barbara in Oudenbosch gaf hij een ranker exemplaar. Mooier zo? Velen vinden van wel.

De droom van één, het werk van duizenden

Uiteindelijk moesten die bakstenen aan de binnenkant wel het gevoel van marmer geven. Elke muur werd gestuct, al het marmer erop geverfd. En dan waren er ook nog de ornamenten en fresco’s. Er is met duizenden kwasten aan gewerkt. En het is nooit af, want zoals al het schilderwerk moet ook dit worden onderhouden.

Pastoor Hellemans had geluk met zijn opvolgers, die zijn visie hebben doorgezet. Wie als kind de missen bezocht en trouw bleef komen, heeft het interieur zien ontstaan. Hoe boeiend moet dat geweest zijn?

De bouwpastoor heeft zijn droom in al zijn glorie nooit met eigen ogen kunnen zien. Verre van zelfs, slechts vier jaar heeft hij gepreekt in zijn kerk, toen nog zo kaal als een nieuwe kleurplaat. In 1884 kwam hij te overlijden.

Als Koningin Beatrix in 1992 de basiliek bezoekt, fluistert ze in het oor van haar rondleider Jan Bedaf: “wat een vreemd element in deze omgeving”.

Vreemd . Bij eerste aanschouwing zou je de basiliek inderdaad zo kunnen typeren. Als je weet hoeveel puzzelstukjes op hun plaats hebben moeten vallen, voel je misschien meer voor wonderlijk .