Een tragisch incident in de vroege ochtend van 10 mei 1940

Een tragisch incident in de vroege ochtend van 10 mei 1940.

Op het kerkhof van de broeders van Saint Louis in Oudenbosch liggen vier graven naast elkaar: drie met een overlijdensdatum van 10 mei 1940 en eentje met 16 juli van dat jaar. Kennelijk oorlogsslachtoffers. Hoe komen die graven daar? Daarvoor moeten we terug naar de vroege ochtend van 10 mei 1940; niet in Oudenbosch, maar in Rotterdam. 

Vroeg in de ochtend van 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Met luchtlandingen probeerden zij de belangrijkste bruggen in handen te krijgen. Om de bruggen over de Maas in Rotterdam in handen te krijgen veroverden Duitse luchtlandingstroepen na felle gevechten het militaire vliegveld Waalhaven. Van daaruit trokken zij via de Brielselaan en Putselaan op naar de Maasbruggen.

Duitse troepen op de hoek van de Korperweg Schulphoek, Rotterdam 10 mei 1940

De Congregatie van de Broeders van de Heilige Aloysius Gonzaga was in 1840 ontstaan in Oudenbosch. De Broeders van Saint Louis, zoals ze beter bekend stonden, hadden zich tot doel gesteld onderwijs te verzorgen voor katholieke jongens. Zij hadden verschillende vestigingen in Nederland en het toenmalige Nederlands – Indië. In de Putselaan in Rotterdam beschikten zij over een groot complex met broederhuis en scholen. De Broeders zijn al geruime tijd geleden vertrokken uit Rotterdam, maar het complex staat er nog. De situatie is nog vrijwel hetzelfde als in mei 1940. 

Voormalig broederhuis met scholen aan de Putselaan in Rotterdam
Voormalig broederhuis met scholen aan de Putselaan in Rotterdam

Schuin tegenover het klooster ligt het Afrikaanderplein, waar voor de oorlog verschillende scholen waren gevestigd. In mei 1940 waren daar Nederlandse reservetroepen gelegerd.  Na de verovering van vliegveld Waalhaven betrokken de Nederlanders stellingen in de Putselaan en op het Afrikaanderplein. Toen Duitse soldaten oprukten door de Putselaan openden de Nederlandse militairen het vuur. Zo ontstond, pal voor de deur van het broederhuis, een vuurgevecht. De Duitse soldaten dachten dat zij vanuit het klooster werden beschoten en namen onmiddellijk tegenmaatregelen. Eerst schoten ze door een raampje van de voordeur. Daarbij raakte overste Libuïnus Koppe gewond aan zijn been. Hij stond juist te bellen in de hal. 

Ingang van het broederhuis aan de Putselaan Rotterdam
Ingang van het broederhuis aan de Putselaan Rotterdam

Vijftien broeders besloten dat het veiliger was beschutting te zoeken en verschuilden zich in de kelder. Vijf anderen verbleven elders in het broederhuis. Intussen waren enkele Duitse soldaten achterom getrokken. Ze beukte een deur in en drongen het klooster binnen. Eerst sommeerden ze de broeders uit de kelder te komen.  Toen dat niet snel genoeg ging gooiden een handgranaat in de kelder. Daarbij werd broeder Liberius Roset onmiddellijk gedood.  Anderen raakten gewond. De herdershond Herta overleefde het niet. De nog levende broeders werden uit de kelder gehaald en stevig onderhanden genomen door enkele heetgebakerde Duitse soldaten. Daarna moesten enkelen meekomen en het hele complex doorzoeken. Bij die zoektocht werd niets aangetroffen. Dat kon ook niet want, naar later bleek, kwamen de schoten kwamen uit de HBS aan het Afrikaanderplein. Toch waren de Duitsers niet overtuigd. Even dreigden ze zelfs de broeders standrechtelijk te executeren, maar luitenant X wist dat te voorkomen.

Intussen ging het vuurgevecht in de Putselaan door. Enkele Duitse soldaten lagen gewond op straat, maar ze konden niet geholpen worden. Er waren geen gewondenverzorgers in de buurt die de gewonde soldaten weg konden halen. En als de niet gewonde Duitse soldaten zich ook maar even oprichtten werden ze direct onder vuur genomen.  

De Duitse soldaten dwongen de broeders nu per tweetal via de voordeur de straat op te gaan om de gewonden naar binnen te halen. Dat was tegen alle regels in, maar protesteren hielp niet. De broeders werden meteen voor de voordeur beschoten. Overste Lebuïnus Koppe en broeder Bellarimus Schuurmans stierven ter plekke. Broeder Libertus Merkies raakte zwaargewond en zou op 16 juli 1940 aan zijn verwondingen bezwijken. Verschillende broeders raakten gewond.

 

Terwijl Duitse en Nederlandse troepen elkaar op straat beschoten bekommerden enkele broeders zich in de achtertuin over hun gewonde medebroeders en over de gewonde Duitse soldaten. 

Achterzijde van het broederhuis aan de Putselaan in Rotterdam.

Intussen was kapelaan Witteman van de Sint Franciscuskerk op het Afrikaanderplein met gevaar voor eigen leven de Putselaan overgestoken. De kapelaan heeft de doden en de gewonden de Heilige Olie gegeven. Later gaf hij alle gewonden, waaronder ook de Duitse soldaten die dat wensten, de H. Communie.

De Nederlandse troepen hielden enkele uren moedig stand, maar ’s middags rond twee uur moesten zij hun verzet staken. De Duitse troepen waren intussen via andere wegen opgerukt naar de Maasbruggen. Daar boden Nederlandse mariniers nog dagenlang moedig verzet. Uiteindelijk zouden de Duitse troepen er niet in slagen de bruggen te veroveren. Pas toen Duitse luchtmacht op 15 mei 1940 de binnenstad van Rotterdam bombardeerde en Nederland capituleerde konden de Duitse troepen de bruggen innemen.  Die capitulatie vond plaats in de Maassilo daar waar de Putselaan over gaat in Brielselaan. Daar had de Duitse legerleiding tijdelijk haar hoofkwartier gevestigd.

Toen de straatgevechten in de Putselaan eindigden arriveerde een bus van het Nederlandse Rode Kruis. Die nam alle gewonden, Duitsers en Nederlanders, burgers en soldaten, mee naar het Zuiderziekenhuis. Daar werkten Duitse militaire artsen en Nederlandse dokters zij aan zij om de gewonden te verzorgen. En daar kwam ook de gruwelijke waarheid aan het licht. De kogels die de chirurg verwijderde bij de gewonde broeders bleken van Nederlandse makelij.

Wat was er gebeurd? In die eerste oorlogsdagen deden talloze geruchten de ronde. Een van de meest hardnekkige geruchten was dat Duitse troepen zich vermomden als nonnen en paters om zo ongehinderd Nederland te kunnen overvallen. Dat gerucht werd de broeders fataal. De Nederlandse soldaten die zich hadden verschanst in de Putselaan en aan het Afrikaanderplein zagen Duitse militairen in uniform het broederhuis binnen dringen en enige tijd later broeders in hun broederkledij naar buiten komen. Zij dachten dus dat de Duitsers zich hadden verkleed als ‘paters’. Vandaar dat de broeders meteen onder vuur werden genomen. Met dodelijk afloop voor overste Lebuïnus Koppe en de broeders Libertus Merkies, Liberius Roset en Bellarimus Schuurmans. En veel gewonden onder de broeders. Een tragisch incident op de vroege ochtend van 10 mei 1940 in de Putselaan in Rotterdam.

De vier broeders die vielen behoren tot de eerste burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Zij liggen gebroederlijk naast elkaar op de begraafplaats van de broeders in Oudenbosch. Het broederkerkhof bevindt zich achter de aula van het voormalige jongensinternaat Saint Louis ( Achter ’t Postkantoor 3, 4731 PM Oudenbosch) en is toegankelijk voor publiek. De vier broeders liggen, komend van buiten, links van de ingang tegen de haag.

De achterste vier graven zijn van de gevallen broeders.

Wilt u meer weten over dit tragische voorval, over de broeders of over het internaat? De Gidsen van Saint Louis verzorgen rondleidingen door het gebied van het voormalige jongensinternaat Saint Louis. Daarbij doen zij ook de begraafplaats aan en besteden aandacht aan de tragische gebeurtenissen van 10 mei 1940.  Ga voor meer informatie naar www.gidsenvansaintlouis.nl